.
VERGEVEN, VERGEVEN
( je vuisten, open ze ! )

 

Sla niet terug; haat niet terug !
Maar vergeef; groei niet scheef !
En de dader, die komt nader...
Tót  er iets omslaat; en ie góéd-maken gaat.

 


© Giel Heijmans -714-AO-